Foto © Alfred van Geest
Closterium moniliferum. Let op de halvemaanvormige cel met breed afgeronde, iets teruggebogen uiteinden en een axiale rij van pyrenoiden in de chloroplasten.
Celafmetingen ( L x B): 215 x 50 µm
Closterium moniliferum wordt gekenmerkt door vrij sterk gebogen, halvemaanvormige cellen. De ventrale zijde van de middenregio is doorgaans opgezwollen (buikje), de celuiteinden zijn breed afgerond en vaak iets teruggebogen. Op het eerste gezicht lijkt de celwand glad, maar bij sterkere vergroting blijkt hij zeer fijn gestreept. De chloroplast bevat een axiale rij van pyrenoiden en wordt begrensd door een terminale vacuole waarin een groot aantal levendig trillende korrels*. In Nederland komt Closterium moniliferum algemeen voor in benthos en tychoplankton van allerlei meso-eutrofe, zwak zure tot alkalische wateren.
* De vacuolaire granula bij Closterium moniliferum blijken bij analyse voornamelijk uit bariumsulfaatkristallen te bestaan http://dx.doi.org/10.1080/00071618000650251
Ook strontium kan geaccumuleerd worden en deze eigenschap zou kunnen worden aangewend om radioactief strontium-90 uit het milieu te verwijderen http://www.nature.com/newsmainly o/2011/110330/full/news.2011.195.html
Mouse-over foto © Koos Meesters
Closterium moniliferum. Detail van celuiteinde met vacuole waarin een groot aantal kristallijne korrels.
Mouse-over foto © Koos Meesters
Closterium moniliferum. Detail van de celwand waarop een fijne streping is te zien.
Mouse-over foto's © Wim van Egmond
Een oligochaete worm met in de darm uiteenlopende algen, waaronder Closterium moniliferum. Zie 'sieralgen in de voedselketen'.