Drietal cellen van Staurastrum habeebense, met stelloide chloroplasten.
Afmetingen (L x B): ca 40 x 25 µm

 

 

sieralg van de maand
januari 2004

Staurastrum habeebense

S. habeebense zal door velen niet direct als een Staurastrum-soort worden herkend; in front-aanzicht roepen de cellen eerder associaties op met Cosmarium. In top-aanzicht van de cel blijkt de soort echter pluriradiaal symmetrisch, reden om haar in het (verzamel)genus Staurastrum (*) onder te brengen.

S. habeebense vertoont een opmerkelijke ecologie, ze komt namelijk voor op plaatsen die sterk en langdurig kunnen uitdrogen. Ook blijkt de soort te kunnen floreren bij relatief hoge watertemperaturen. Tot nu toe is ze over de hele wereld nog slechts van een handvol vindplaatsen bekend. Voor het eerst in 1949 beschreven uit Canada, werd ze in de jaren tachtig en negentig bekend vanuit enkele plaatsen in Groot Brittannië, met als habitat platte daken en holtes in stenen tuinornamenten.

Massale ontwikkeling van S. habeebense zoals aangetroffen in een betonnen fontein in Bratislava.

 

Cel in top-aanzicht waarbij de pluriradiale symmetrie zichtbaar is. Daaromheen enkele cellen in (scheef) front-aanzicht. Let ook op de afgeworpen primaire celwanden van enkele pas-gedeelde cellen.

In 2000 werd ze voor het eerst aangetroffen in continentaal Europa, te weten een fontein in het centrum van Bratislava (Coesel & Hindák, 2003). Op laatstgenoemde vindplaats vormde de soort zelfs bijna een monocultuur. Hoewel S. habeebense nog niet uit Nederland bekend is (**), moet haar vookomen in ons land zeker niet uitgesloten worden: een interessante uitdaging dus voor de leden van onze sieralgenclub!

(*) Onterecht wordt de soort ook wel bij het geslacht Actinotaenium ondergebracht, zie Coesel & Hindák 2003.

(**) zie nieuwsrubriek april 2005

 

 

Literatuur

Coesel, P.F.M. & F. Hindák, 2003. Staurastrum habeebense Irénée-Marie, an intriguing, drought-resistant desmid recorded for the first time from continental Europe. — Biologia, Bratislava 58: 661-663.