Foto
©
Henk Schulp
Cel van Pleurotaenium trabecula. De semicellen zijn gladwandig en voorzien van lange chloroplastbanden waarin talloze bolvormige pyrenoiden.
Celafmetingen (L x B): ca 370 x 35 µm
Het genus Pleurotaenium wordt gekenmerkt door lang-cylindrische cellen (cirkelrond in top-aanzicht) die doorgaans in het midden maar weinig zijn ingesnoerd (dus een ondiepe sinus hebben). De chloroplast bestaat uit een aantal wandstandige, in de lengterichting verlopende banden die aan de celtop ruimte vrijlaten voor een grote, bolvormige vacuole.
Verreweg de meest algemene soort in ons land is Pleurotaenium trabecula, een soort die is aan te treffen in diverse soorten meso- tot eutrofe wateren, variërend van zwak zuur tot zwak alkalisch. Pl. trabecula is te herkennen aan de volledig gladde celwand en aan de doorgaans enigszins opgezwollen semicellen.
Foto © Wim van Egmond
Detail van twee jonge semicellen van een recentelijk gedeelde moedercel waarop ondermeer bolvormige terminale vacuoles te zien zijn, alsmede verkreukelde delen van de afgestoten primaire celwanden (zie webpagina ‘Afwerpen van de primaire celwand’).
Foto © André Vanhoof
Zygospore van Pleurotaenium trabecula. Gevonden in het laagveengebied 'Buitengoor' (gemeente Mol, België).