Foto © Henk Schulp
Haplotaenium minutum. Let op de centrale chloroplast die hier voorzien is van enkele golvende verdikkingslijsten. Merk op dat er geen eindvacuolen zijn.
Celafmetingen (L x B): ca 140 x 15 µm
Het genus Haplotaenium is pas betrekkelijk recent beschreven, als afsplitsing van het genus Pleurotaenium *. De meest opvallende verschillen tussen deze genera zijn gelegen in het voorkomen van een eindvacuole (wel bij Pleurotaenium, niet bij Haplotaenium), vorm en ligging van de chloroplast (wandstandige banden bij Pleurotaenium, een centrale streng met verdikkingslijsten bij Haplotaenium **) en het uiterlijk van de (bolvormige) zygospore (gladwandig bij Pleurotaenium, bezet met conische knobbels bij Haplotaenium).
Verreweg de best bekende Haplotaenium-soort is H. minutum (synoniem met Pleurotaenium minutum). In ons land is ze tamelijk algemeen in zure, voedselarme hoogveenpoeltjes. Zygosporen zijn slechts enkele keren waargenomen, maar kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien omdat de lege geslachtscellen doorgaans loslaten van de zygospore.
** Dit verschil is echter niet absoluut, want in het genus Haplotaenium kunnen allerlei overgangen tussen een centrale chloroplast en wandstandige chloroplasten worden waargenomen.
Literatuur:
* Bando, T., 1988. Haplotaenium, a new genus separated from Pleurotaenium (Desmidiaceae, Chlorophyta). Journal of Japanese Botany 63: 169-178.
Foto © Henk Schulp
Een delende cel van H. minutum met massieve, centrale chloroplasten. De jonge semicellen zijn nog slechts begrensd door een dunne, primaire celwand.
Foto © Henk Schulp
Bolvormige spore van H. minutum (zonder de lege geslachtscellen waaruit hij is voortgekomen), met kenmerkende conische knobbels op de wand.
Foto © Marien van Westen
De losgelaten lege gametangium cellen van H. minutum (nog) rondom de zygospore.