Foto © Michael Dingley
Cosmocladium saxonicum kolonie. Cellen deels in scheef front-aanzicht, deels in top-aanzicht getroffen.
Afmetingen afzonderlijke cellen (L x B) ca 25 x 20 µm.
Het kolonievormende geslacht Cosmocladium wordt gekenmerkt door kleine, gladwandige, Cosmarium-achtige cellen die door onderlinge strengen verbonden zijn tot een driedimensionale kolonie (zie ook C. constrictum). De strengen bestaan uit bundels microfibrillen die worden afgescheiden vanuit enkele grote celwandporen aan de basis van de semicel, ter weerszijden van de isthmus (Gerrath 1970). Bij celdeling worden vanuit elk der oude semicellen nieuwe strengen gevormd. Daar waar — tussen de beide dochtercellen — de uiteinden van de strengen onderling contact maken vormt zich een knoopvormige verdikking.
Cosmocladium-soorten worden slechts betrekkelijk zelden gerapporteerd. Er zijn aanwijzingen dat de kenmerkende verbindingsstrengen in gefixeerd materiaal verloren gaan, met als mogelijk gevolg dat de afzonderlijke cellen voor die van een Cosmarium-soort worden aangezien.
De bekendste Cosmocladium-soort is C. saxonicum. In Nederland is deze soort door Heimans in de eerste helft van de vorige eeuw in een aantal uiteenlopende mesotrofe wateren aangetroffen; recentere waarnemingen ontbreken echter (*). De hier afgebeelde kolonies stammen uit een plasje in de Blue Mountains, New South Wales, Australië.
Foto
© Michael Dingley
Cosmocladium saxonicum kolonie. Cellen in zij-aanzicht getroffen.
Literatuur:
Gerrath, J.F., 1970. Ultrastructure of the connecting strands in Cosmocladium saxonicum De Bary (Desmidiaceae) and a discussion of the taxonomy of the genus. — Phycologia 9: 209-215.
(*) zie nieuwsrubriek oktober 2004