Foto © Marien van Westen
Cosmarium tetrachondrum. Cel met vitale chloroplasten, elk met een centrale pyrenoide.
Cel-afmetingen (L x B): 23 x 26 µm
Cosmarium tetrachondrum, hoewel bescheiden van afmetingen en in vorm weinig opvallend, kan snel worden herkend aan een viertal opvallende granula aan de basis van elke semicel. De semicellen zijn laag-semicirculair in omtrek, met gladde of zwak gegolfde laterale zijden. De voor deze soort karakteristieke basale granula zijn geplaatst aan weerszijden van de isthmus. Behalve deze relatief forse granula bij de isthmus kan vaak ook een aantal veel kleinere , intramarginale granula nabij de basishoeken worden waargenomen. In Europa is C. tetrachondrum een zeldzame soort met een uitgesproken atlantische verspreiding. In Nederland is hij momenteel alleen bekend van mesotrofe trilveentjes in de Rottige Meente.
Foto © Marien van Westen
Lege cel van C. tetrachondrum waarop goed de karakteristieke grote granula bij de isthmus zijn te zien. Merk ook enkele kleine granula bij de randen van de onderste semicel op, alsmede de vage porevelden, wijd verspreid over de celwand.
Foto © Marien van Westen
Lege semicel van C. tetrachondrum in isthmus-aanzicht, met de tetrade van grote granula rond de isthmus.