Sieralg van de maand
september 2004

Cosmarium striolatum

C. striolatum* is nauwelijks met andere Cosmarium-soorten te verwarren. De grote, afgerond-cylindrische cellen zijn in het midden slechts ondiep ingesneden en de wand is bezet met granula die in zeer regelmatige  rijen zijn gelegen, zowel in dwarse richting als scheef kruisstandig. De soort is in Europa bepaald niet algemeen. Interessant is dat Nederland aan de westgrens van het Europese areaal lijkt te liggen . C. striolatum is op de Britse eilanden namelijk nog nooit aangetroffen terwijl genoemde regio toch zeer intensief op sieralgen is onderzocht en het hier een soort betreft die nauwelijks over het hoofd kan worden gezien (Brook & Williamson, 1991). Tot voor kort was C. striolatum vanuit Nederland slechts bekend van enkele vennen bij Oisterwijk, alwaar ze in 1916 door Prof. Heimans werd aangetroffen. In juni 2002 werd ze echter ‘herontdekt’ door Adri en Bart van Tooren in een trilveenperceel in De Wieden. Inmiddels is gebleken dat de soort daar lokaal ruimer verbreid is (Coesel, 2004).

* Synoniem: Cosmarium tesselatum

Detail van de celwand. De korrels zijn gelegen  in dwarse en scheef-kruisstandige rijen; elke korrel is omgeven door een zestal poren.

Literatuur:

Brook, A.J. & D.B. Williamson, 1991. A check-list of desmids of the British Isles. Freshwater Biological Association, Ambleside, 40 pp.

Coesel, P., 2004. Bijzondere sieralgvondsten in ‘De Wieden’ (in Dutch, with summary in English). — Gorteria 30: 1-6.

 

Levende cel van Cosmarium striolatum. De chloroplast bestaat uit een aantal brede, longitudinale, wandstandige banden.

Celafmetingen (L x B): ca 150 x 70 µm

Dode, lege cel waaraan goed het regelmatige  patroon van de wandsculptuur te zien is.

Cosmarium striolatum, SEM imageFoto © Jan Šťastný

SEM-foto van Cosmarium striolatum.