Foto © Alfred van Geest
Cosmarium difficile. Let op de tamelijk geringe celafmetingen en de hexagonale omtrek van de semicellen.
Celafmetingen (L x B): 24 x 16 µm
C. difficile is een tamelijk kleine, gladwandige Cosmarium-soort met (in front-aanzicht) min of meer hexagonale semicellen. Het belangrijkste diagnostische kenmerk zit in de ordening van de celwandporen, namelijk in drie dwarsrijen: een aan de top, een in het midden en een aan de basis van elke semicel. Sterke vergroting van lege cellen toont een scrobiculaat karakter van de celwand. Zygosporen zijn bolvormig en bezet met breed afgeronde, konische uitsteeksels.
In Nederland is C. difficile een tamelijk algemene soort van zwak zure, mesotrofe habitats. Zygosporen zijn alleen bekend vanuit het Winkelsven (2013).
Foto © Alfred van Geest
Een andere cel van C. difficile waarop goed een centraal gelegen pyrenoide is te zien.
Foto © Alfred van Geest
Lege cel van C. difficile waarop de transversale series van celwandporen zichtbaar zijn.
Foto Hanny Kooijman- Van Blokland © IBED
Foto © Matthijs Koek
Zygospore van C. difficile. Let op de forse, breed afgeronde, konische knobbels.