Foto © Alfred van Geest
Cosmarium granatum. Let op de pyramidale omtrek van de semicellen en de afgeknotte toppen. Merk ook bij de laterale zijden de abrupte overgang op van de zwak divergerende basale delen naar de sterk convergerende topwaartse delen.
Celafmetingen (L x B): 30 x 30 µm.
C. granatum is een vrij kleine tot matig grote soort behorend tot de groep van de gladwand-Cosmaria. De belangrijkste karakteristiek ligt in de omtrek van de semicellen: pyramidaal met een afgenotte apex. Gewoonlijk lopen de laterale zijden aan de basis min of meer parallel aan elkaar om vervolgens abrupt te convergeren naar de top, maar vormen met een meer geleidelijke overgang komen ook voor. Zygosporen zijn bolvormig en bezet met een aantal korte, stompe stekels, geplaatst op een pyramidevormige basis. In Nederland is C. granatum een vrij algemene soort in uiteenlopende zwak zure tot zwak alkalische wateren. Zygosporen zijn slechts enkele keren waargenomen.
Foto © Marien van Westen
Een andere cel van C. granatum met een meer geleidelijke overgang tussen basaal- en topdeel.
Foto Hanny Kooijman née Van Blokland © IBED
SEM-foto van C. granatum. Merk op dat de celwand zwak gescrobiculeerd is.
Foto © André Vanhoof
Zygospore van C. granatum. Let op de korte, stompe stekels.
Foto Hanny Kooijman née Van Blokland © IBED
SEM-foto van een zygospore van C. granatum. Let op de korte, srompe stekels op een pyramidevormige basis.
Foto Hanny Kooijman-Van Blokland © IBED
SEM-foto van C. granatum in meer detail waarop verspreide celwandporen zijn te zien.