Sieralgen zijn eencellige micro-organismen behorend tot de groenwierfamilies Mesotaeniaceae en Desmidiaceae. Ze houden zich op in zoete, stilstaande wateren. Hoewel ze onder de eencelligen tot de reuzen kunnen worden gerekend, zijn de grootste vertegenwoordigers maar net met het blote oog te zien als uiterste fijne, groene spikkeltjes.
Voor het bestuderen ervan is een microscoop dan ook onontbeerlijk. Onder het microscoop (met een vergroting van 40 tot 400x) blijkt pas hoe sierlijk de meeste soorten zijn. De frisgroen gekleurde cellen vertonen een opmerkelijke symmetrie. In feite is elke cel opgebouwd uit twee halfcellen die elkaars spiegelbeeld zijn. In de smallere of bredere verbindingsbrug tussen de twee halfcellen is de celkern gelegen, maar die is meestal slechts met specifieke kleurstoffen zichtbaar te maken
Foto © Jan van Arkel
Detail van het celcentrum. Binnen de transparante kern is een dichter gestructureerd, bolvormig kernlichaam gelegen dat op zijn beurt een bolvormige nucleolinus insluit
Foto © Jan van Arkel
Cel van Micrasterias rotata met de kern centraal gelegen in de verbindingsbrug tussen de beide halfcellen
De vorm van de halfcellen
(semicellen) kan zeer sterk uiteenlopen: van min of meer bolvormig tot
plat schijfvormig of langgerekt spoelvormig; niet zelden ook is het semicellichaam
meer of minder diep ingesneden of voorzien van armvormige uitsteeksels.
De celwand kan glad zijn, maar vaak vertoont ze een opvallend patroon
van korrels, knobbels of stekels. Een uitbundige celwandornamentatie,
al of niet in combinatie met diepe insnijdingen of lange uitsteeksels
van het semicellichaam, gevoegd bij de opvallend symmetrische bouw, verleent
deze algen de vaak uitgesproken sierlijke aanblik waaraan ze hun Nederlandse
naam hebben te danken.
Opmerkelijk is dat de fraaie, esthetische celvorm van sieralgen goed aansluit
bij het milieu waarin ze zich plegen op te houden. Sieralgen hoef je niet
of nauwelijks te verwachten in vervuilde wateren die ‘s zomers troebel
zijn door massa-ontwikkeling van andere eencellige algengroepen. Dat komt
ondermeer omdat
ze, onder voedselrijke omstandigheden, niet zo hard kunnen groeien als
andere algen en daardoor de concurrentieslag verliezen. Sieralgen moeten
daarentegen gezocht worden in schone, heldere wateren, bij voorkeur daar
waar zich een weelderige ondergedoken waterplantenvegetatie heeft ontwikkeld.
Ook
heel geschikt zijn kleine, met mos begroeide putjes en slenkjes in veengebieden.
In het algemeen lijkt daarbij te gelden dat: hoe verfijnder en diverser
de structuur van het plantendek, hoe rijker en interessanter de erbij behorende
sieralgenflora. Sieralgenverzamelaars doen er dus goed aan de mooiste plekjes
in de natuur op te zoeken (bijvoorbeeld
een vennetje met veenpluis). Vanwege de gebondenheid aan schone, relatief
voedselarme wateren, vormen de sieralgen in grote delen van de wereld een
sterk bedreigde organismengroep. Omdat de meeste soorten slechts bij zeer
specifieke combinaties van milieufactoren voorkomen en ze daarin onderling
vaak sterk verschillen zijn het uitmuntende milieu-indicatororganismen en
lenen ze zich ook goed voor de monitoring van natuurwaarden.
Due to the dependence on clear, relatively nutrient-poor waters, in large parts of the world desmids belong to the seriously threatened groups of organisms. As most of the species only occur at highly specific combinations of habitat variables, they may be considered excellent indicator organisms. As a consequense of their high environmental demands, they are very useful in monitoring conservation value in (semi)aquatic habitats.