Tsjechië-excursie 12-17 juni 2009

Omdat de Nederlandse Sieralgenwerkgroep in 2009 10 jaar zou bestaan, moest voor de jaarlijkse excursie een bijzondere locatie gekozen worden. Deze werd gevonden in Tsjechië, in de directe omgeving van het dorp Doksy. Aan de oevers van enkele grote meren bevinden zich hier moerassen met uiteenlopende trofiegraad, waaronder mesotrofe trilveentjes die sterk gelijken op die in N.W. Overijssel en het Vechtplassengebied, maar ook oligotrofe poeltjes die doen denken aan sommige trilveenvennen in Drenthe.

De moerassen in kwestie behoren algologisch tot de rijkste in Tsjechië. De bekende algoloog A. Passcher (grondlegger van de Süsswasserflora-serie) heeft hier lang geleden al over gepubliceerd. Dat het oog op Doksy viel als beoogd excursiedoel kwam voort uit een goed contact tussen Frans Kouwets en Jan Šťastný. Laatstgenoemde doet een promotieonderzoek aan de Karelsuniversiteit in Praag naar verspreiding en ecologie van Tsjechische sieralgen en heeft een goed overzicht van rijke sieralgenlocaties in dat land. Bij Doksy zijn nog soorten aan te treffen die we vanuit Nederland slechts kennen vanuit het begin van de vorige eeuw en het leek dan ook buitengewoon aantrekkelijk om daar te gaan monsteren.

Jan Šťastný en Pavel Svoboda, een hem assisterende stagiair, hebben ons fantastisch begeleid. Niet alleen bespraken ze een goed hotel met een voor ons gereserveerde werkruimte, maar ook zorgden ze voor microscopen, camera en projectiemogelijkheid (beamer). Het belangrijkste was echter natuurlijk dat ze ons naar de meestbelovende vindplaatsen konden begeleiden. De excursie werd begunstigd door prima weer en een prima sfeer . En last but not least: aan de verwachtingen op algologisch gebied werd met de vondst van bijzondere soorten, waarvan hieronder een aantal zijn afgebeeld, ruimschoots voldaan.

Voor de verandering werd er een keer niet gevlogen, maar met de nachttrein van Amsterdam naar Praag gereisd. Hier op het station van Decin, net voorbij de Duitse-Tsjechische grens, staat het gezelschap te wachten op de stoptrein naar Doksy. Kaartje van Doksy en omgeving. Het gebied ligt ongeveer 70 km ten noorden van Praag. De meertjes zijn in een ver verleden ontstaan door afdamming van de riviertjes ten behoeve van de visserij. De nummers geven de verschillende monsterplaatsen aan.
Site 3. Terrein met ijle begroeiing van riet en mattenbies, met lokaal eilandjes van veenmos. Deze site zou de hele winter droog hebben gestaan. Dit was opzettelijk gebeurd om een blauwwierplaag te bestrijden. Wellicht daardoor werd er een schamele sieralgenoogst binnen gehaald. Micrasterias pinnatifida, recentelijk herontdekt in Nederland, was één van "vlaggeschipsoorten" van site 3.
Site 2. Karakteristiek veengebied met afwisselend hoogveenbulten en -slenken. Het milieu is uitgesproken zuur en voedselarm. Veenmosbegroeiing met dominanties van veenbes, zonnedauw en snavelbies. Jan kijkt op zijn horloge, want er staat nog veel op het programma van die dag.
Cosmarium ralfsii (links)en Micrasterias jenneri (rechts) zijn twee uitgesproken soorten van een zuur en voedselarm milieu en werden dan ook in site 2 aangetroffen. Hoewel M. jenneri in Nederland niet heel zeldzaam is, is C. ralfsii dat wel. Ook hier in Tsjechië werden maar een paar cellen gevonden van de laatst genoemde soort.
In één van de meertjes is ook gemonsterd met een planktonnet. De monsterplekken lagen op wandelafstand van Doksy, maar de trein was een keer een aangenaam alternatief. Een andere keer stelde Pavel zijn auto beschikbaar om oververmoeide excursiegangers naar het hotel te brengen.
Site 5. Drassig ijl rietland met zegge-veenmosbulten. In de slenkjes groeide onder meer moeraskartelblad, waterdrieblad, wateraardbei, klein blaasjeskruid en schorpioenmos. Micrasterias apiculata, recentelijk herontdekt in Nederland was een mooie, niet algemene, soort van site 5.
Twee andere soorten van site 5. Cosmarium ovale (links) is een hele grote soort, die sinds het begin van de vorige eeuw niet meer in Nederland is teruggevonden. Hier in Doksy was de soort heel algemeen. Cosmarium striolatum (rechts), ook recentelijk herontdekt in Nederland, heeft een eigenaardig gevormd chloroplast waarvan het oppervlak als kleine voetjes in de celwand lijken te steken.
Na de hele dag in de buitenlucht gebanjerd te hebben ging een glas Tsjechische bier er gretig in. Uiteraard werd er gediscussieerd over tal van taxonomische problemen rond sieralgen ... ... en die discussie ging natuurlijk door tot bij het avondeten.
Ook 's avonds werd er gewerkt. Jan had een aparte kamer in het hotel geregeld, waar het verzamelde materiaal bekeken kon worden op een groot projectiescherm. Een prachtig exemplaar van Cosmarium ungerianum. Deze soort is voor het laatst in Nederland gevonden in de eerste helft van de vorige eeuw, maar komt in het gebied rond Doksy nog algemeen voor.
Het gebied in Tsjechië waar gemonsterd werd, was vrijwel vlak met hier en daar opvallend geïsoleerde heuvels. Op een dergelijke heuvel was een kasteel gebouwd. Uitzicht vanaf het kasteel. Van hieruit is het merengebied goed te zien waar gemonsterd is.
Zo dicht bij Praag werd uiteraard na de excursie een halve dag besteed aan het verkennen van deze stad met zijn nog onaangetaste en authentieke uiterlijk.
Op een terras in Praag kon geproost worden op een zeer succesvolle excursie! (Van links naar rechts: Jan Šťastný, Ton Joosten, Marien van Westen, Frans Kouwets, Henk Schulp, Peter Coesel, Koos Meesters, Alfred van Geest en Pavel Sloboda. Henk van der Meulen was al vertrokken naar Nederland en Wim van Egmond stond achter de camera.) Terug in Nederland werd ook nog afscheid genomen van de steward die ons tijdens de lange reis de nodige versnaperingen had verstrekt.
Tekst: Peter Coesel & Alfred van Geest; Foto's © 2009: Koos Meesters, Wim van Egmond & Alfred van Geest.